De akkers zijn op de locaties:
Stadsakker Eikenburg aan de Aalsterweg 285 F, 5644 RE Eindhoven, 0,6 hectare groot met een grote kas op het terrein;
De Hennie Kuijken Stadsakker aan de Voort (Buurtschap te Veld) Eindhoven, 1 hectare groot.
Om onze stadsakkers vol met groenten te zetten hebben we in het voorjaar heel wat planten nodig.
Sommige groenten, bijvoorbeeld wortels of spinazie, zaaien we meteen op de plek waar we ze verder kweken tot ze geoogst kunnen worden. In het vroege voorjaar bedekken we de zaaibedden nog tegen de nachtvorst.
Na de IJsheiligen gaan alle planten de volle Eindhovense grond in en begint het echte telen. Sommige gewassen hebben nog wat beschutting nodig, maar de meeste staan gewoon in weer en wind. Als de zomer in alle hevigheid losbarst, lijkt het telen wel op een grote wedstrijd tegen het onkruid. Dat groeit vaak veel sneller dan de groenten en het is dan ook een heel werk om ervoor te zorgen dat ons kostbare zaaigoed niet overwoekerd wordt en het loodje legt. Als er lang geen regen valt, moet er bovendien voor gezorgd worden dat de groenteplantjes water krijgen. Als de planten verdrogen is alle moeite voor niets geweest.
Kortom, er is in het voorjaar, de zomer en de herfst genoeg te doen voor iedereen die tijd en zin heeft om mee te werken op de stadsakkers. En dat werken hoeft niet lang en uitputtend te zijn: een uurtje schoffelen en wieden helpt al een heleboel. En het is nog gezellig ook!
Oogsten
Sommige groenten, zoals postelein of spinazie, kunnen al vroeg in het jaar geoogst worden. Maar in de zomer zijn er eigenlijk bijna de hele tijd groenten klaar om gegeten te worden, zoals bijvoorbeeld sla, sperzieboontjes, , worteltjes, bietjes. Er is de hele zomer veel werk op de stadsakkers. Als al die groenten geoogst zijn, moeten ze natuurlijk zo snel mogelijk klaargemaakt en gegeten worden. Want verse groenten zijn het lekkerst. Als er teveel is, kan er natuurlijk ook ingemaakt worden voor de winter. De Eindhovense stadsakkers telen groenten voor de plaatselijke Voedselbank. Onze groenten hoeven dus niet ver te reizen. Ze worden geteelt waar ze gegeten worden. En met de rijke oogst kan iedereen natuurlijk meehelpen.